Deze lange zaal is 17 meter diep en diende aan het begin van de 19e eeuw als keuken en rustplaats voor het personeel. De Broglies veranderden de ruimte in een eetzaal in de stijl van de 15e en 16e eeuw, met een neogotische schoorsteen, een polychroom plafond, en moderniseerden de ruimte met het comfort uit die tijd: stromend water, elektriciteit en vloerverwarming, dankzij een verwarmingsketel.
Gabriel-Louis Pringué, schrijver en goede vriend van de familie de Broglie, verbleef regelmatig in Chaumont. In zijn boek Trente ans de dîners en ville (Dertig jaar dineren in de stad) vertelt hij: “Prinses Henri-Amédée de Broglie was een fantasievolle vrouw zonder grenzen en altijd vol grillen. Zo had ze een hekel aan regels, discipline. Ze kon zich niet onderwerpen aan stiptheid. In haar Kasteel in Chaumont sur Loire werd het avondmaal besteld voor kwart over 8; ik heb de prinses zelden beneden zien komen voor tien uur. We wachtten overigens rustig tussen de zoete muskusgeuren van de zachtpaarse orchideeën waar de salons mee vol stonden. Mevrouw De Broglie had altijd een twintigtal gasten, waaronder sommigen begiftigd met verstand, over kunst, elegantie, over de wereld. (…) De tafel was gedekt met schitterend zilverwerk, dat de gloed van de kaarsen in de hoge kandelaars van zilver met acht of negen armen deed glinsteren. Een pièce de milieu met groene orchideeën en bruine pigmenten versierde meestal het middenstuk van de tafel. Het had een indrukwekkend effect en paste uitstekend bij de tapijtwerken met verticale schering uit de 14e eeuw die aan de muren hingen. Het tafellinnen was fantastisch, de wapenschilden van de Broglies waren in de stoffen ingeweven. (…) Zo zag een menu eruit tijdens het verblijf van de hertog van Montpensier, in december 1913: Koninginnen veloutésoep, kalfszwezerik van de Maarschalksvrouw, zalm uit de Loire met groene saus, Reebout met poivradesaus, kastanjepurée, salade, kardoen met rundermerg, chaud-froid van lijsters met druiven, truffels, ananasijs en taarten.”
Het meubilair
De Broglies hadden voor de eetzaal meubilair besteld bij bekende meubelmakers. Door de verkoop in 1938 van een deel van dit meubilair en de museologische veranderingen is het ‘19de eeuwse’ karakter beetje bij beetje vervangen door een Renaissancestijl. Om het Kasteel weer historische samenhang te geven, is er de laatste jaren besloten om de sfeer terug te brengen die er heerste toen de familie de Broglie hier woonde.
Zo zijn er meerder aankopen gedaan, zoals het buffet, dat uit 1880 dateert. Het heeft onderaan vier dubbele deuren die bewerkt zijn met loofwerk, cartouches en salamanders, en tevens vier laden en stijlen met zuilen. Het buffet heeft bovendien een baldakijn met vier plankjes.
Een buffet dient ervoor om het vaatwerk op te slaan en vooral om het te tonen. Het komt oorspronkelijk uit de 13e eeuw, toen men uit gebrek aan ruimte twee kisten boven op elkaar stapelde op de kar die het meubilair van de ene naar de andere woning verplaatste. Het was in de 14e eeuw dat de deurtjes van een van de kisten open werden gemaakt, en zo ontstond de buffetkast. In de loop van de 15e eeuw werd het buffet steeds fijner bewerkt. Tijdens feesten van hoogwaardigheidsbekleders werd hij onmisbaar als juwelenkist voor het showen van het luxueuze praalvaatwerk, dat vaak van goud en zilver was.
Als we “Hulde aan het hof’ moeten geloven” een boek over de etiquette aan het hof, in de 15de eeuw door Aliénor van Poitiers geschreven voor het Bourgondische hof, varieerde het aantal plankjes met de functie van de eigenaar binnen de ridderorde: vijf plankjes of niveaus voor een vorstelijke prins of een koningin; vier voor de vrouw van een eenvoudige prins; drie voor de vrouw van een graaf en twee voor de vrouw van een eenvoudige ridder.
Het landgoed wordt regelmatig verrijkt met nieuwe meubelstukken, die door belangrijke Franse instellingen worden toevertrouwd, zoals Mobilier National, maar ook het museum voor decoratieve kunsten en het nationaal museum van de Middeleeuwen in Parijs. Ook worden er stukken aangekocht met steun van het FRECC, het regionale fonds dat de collecties van Chaumont verrijkt.
De schouw
Het was Paul Ernest Sanson, architect van het echtpaar de Broglie, die aan het einde van de 19e eeuw het ontwerp voor deze schoorsteen maakte, in neogotische stijl. Het ontwerp werd vervolgens uitgevoerd door de beeldhouwer Antoine Margotin.
Sanson heeft, met buitengewoon meesterschap, op de mantel van de schoorsteen het volledige beeldhouwersrepertoire van de buitengevels van het Kasteel gebruikt. In het bovenste gedeelte zien we de wapenschilden van Charles I d’Amboise, eigenaar van het Kasteel tot in 1481, en die van zijn zoon, Charles II, bouwmeester tot in 1511, die respectievelijk door twee engelen en twee primitieven worden gedragen. Daaronder zijn de blazoenen van kardinaal Georges d’Amboise gebeeldhouwd, omringd door de dubbele “C” van Charles II de Chaumont-Amboise. Aan elk uiteinde is de etymologische rebus van Chaumont te zien een berg in vlammen (“Mont Chaud”), met de wapenschilden van Frankrijk.