De hondenkerkhof
De prinses de Broglie laat het hondenkerkhof aanleggen omdat ze van dieren houdt en wil dat ze (honden, apen, katten, ezels) in de buurt van haar Kasteel begraven liggen.
De gekozen locatie is de voormalige locatie van het dorpskerkhof, dat hier sinds 1888 gevestigd was. Onmiddellijk na de aankoop van het landgoed in 1875 onderhandelen de prins en prinses De Broglie over de overdracht van de gemeentelijke begraafplaats. Dit wordt door de gemeente geaccepteerd, op voorwaarde dat de prins de aankoop van een terrein en de bouw van een veel grotere begraafplaats bekostigd. Bovendien legt de gemeente op dat de oude begraafplaats niet veranderd mag worden, zodat de 'graven vanzelf verdwijnen' en alleen de eeuwige concessies maar verplaatst hoeven te worden.
Dit nieuwe kerkhof wordt ingericht van 1881 tot 1883 en wordt vanaf deze datum in dienst gesteld, zelfs voor de werkzaamheden voor de aanleg van het park aanvangen. De lichamen worden in 1893 opgegraven en vanaf dat jaar laat de prinses de Broglie het hondenkerkhof op deze plaats inrichten.
Dit vroeger omheinde kerkhof telde een twintigtal graven met voor elk graf een bloembak (vandaag tellen we er achttien). Over drie rijen verdeeld op verschillende plaatsen van het bosje, hebben deze graven voor het merendeel opschriften die door de prinses de Broglie gegraveerd zijn en echte gedichten vormen ter nagedachtenis van haar lievelingsdieren.
Elk van de tegenwoordig bijna onleesbare grafschriften is bekend dankzij een transcriptie van een bezoeker in de jaren 1950. Wij kunnen ons voorstellen dat de prinses zo aan haar dieren gehecht was dat zij hun graven ook tijdens de eerste wereldoorlog bleef onderhouden.
Meer in algemene zin zijn dierenkerkhoven in de 18e eeuw een traditie, vooral in de Engelse landschapsparken. In Frankrijk is dat van het Île de la Jatte in Asnières het meest representatief.