Hôtel Le Bois des Chambres & Restaurant Le Grand Chaume

De grote salon

published at 28/10/2022

De decoratie van de grote salon, die uitkijkt over de Loire aan de uiterste kant van de westvleugel, is door Jules Potier de la Morandière gemaakt. Hij was architect voor burggraaf Joseph Walsh, wiens familie-eigenaar was van het landgoed van Chaumont vlak voordat de Broglies het zouden overnemen. De polychrome open haard met het stekelvarken - symbool van koning Lodewijk XII - is aan Joseph Walsh te danken, evenals de lambrisering in het onderste gedeelte van de ruimte, met de decoratie van gevouwen servetten. De prins en prinses de Broglie zouden het grootste deel van deze decoratie bewaren en lieten op de muren brocatel van gele zijde aanbrengen die recent is gerestaureerd, vergelijkbaar met de stof in de biljartzaal.

Het meubilair, uit verschillende tijden en in verschillende stijlen, bevat onder andere een tête-à-tête - een S-vormige canapé -, een laag stoeltje dat een fumeuse werd genoemd, en een theetafel. Dankzij deze meubelstukken kunnen we ons voorstellen hoe de kenmerkende sfeer in vermogende families aan het einde van de 19de eeuw moet zijn geweest, met interieurs waarin veel meubilair werd verzameld.

 

Theedrinken ten tijde van de Broglies
Gabriel-Louis Pringué, schrijver en goede vriend van de familie de Broglie, verbleef regelmatig in Chaumont. In zijn boek Trente ans de dîners en ville (Dertig jaar dineren in de stad) vertelt hij: “Het thee-uurtje begon vanaf vijf uur. De prinses begon vaak pas om zeven uur… Twee lakeien droegen, op twee glibberende draagbaren, een gigantisch buffet binnen dat de zilveren samowar bevatte en al het benodigde gerei: de kopjes, de stapels koekjes, allerlei soorten pasteien, lekkere warme muffins in zilveren groenteschalen, maar ook Spaanse winnen, whisky en porto. De genodigden op het Kasteel bedienden zichzelf zoveel als ze wilden en wanneer ze maar wilden. Om acht acht kwamen de lakeien terug, uitgerust met hun draagbaren en het buffet vertrok weer naar de bijkeuken.”

 

De schouw
De schouw in de grote salon werd halverwege de 19e eeuw op verzoek van de eigenaar van het kasteel, burggraaf Joseph Walsh, gebouwd door de architect Jules Potier de la Morandière. Deze polychrome schouw is geïnspireerd op meerdere schouwen die te zien zijn in het koninklijk kasteel van Blois. Deze grote schouw is versierd met een stekelvarken. Dit embleem wordt door Lodewijk XII geadopteerd nadat het het embleem is geweest van zijn vader, Charles d'Orléans, de oudste zoon van prins Louis, hertog van Orléans. Ter gelegenheid van de geboorte van Charles, zoon van Valentine de Milan, richt Louis d'Orléans in 1393 een 'orde van het stekelvarken' op, bestaande uit 25 edele ridders die ervaren zijn in het hanteren van wapens. Ze moesten allemaal een paarse mantel dragen waarop een ketting met gouden schakels en een stekelvarken schitterde, met het motto: COMINUS ET EMINUS (van dichtbij en van ver).
Dit motto is gebaseerd op een geloof uit die periode: een stekelvarken kan zich niet alleen met zijn stekels beschermen tegen naderend onheil, maar deze ook als pijlen afschieten in de richting van verre dreigingen. Dit verwijst zowel naar de clementie en de strengheid van de koning als naar de aanvallende en verdedigende kwaliteiten van het stekelvarken.