Het landschapspark
Tot de jaren 1880 zag het er hier totaal anders uit. In plaats van het huidige park bevond zich tegenover het Kasteel het dorp, dat bestond uit twee gehuchten met in totaal 113 huizen, een kerk en de pastorie aan de voet van de Tour Saint Nicolas en achter de gehuchten het kerkhof. Een aantal gazonnen met een paar bloemperken en paden vormden het enige groen waarover het Kasteel beschikte.
Toch waren bepaalde elementen al aanwezig voordat het landschapspark werd aangelegd. Een deel van de erelaan met kastanjebomen in het zuidoosten van het park, en een rij linden aan de zijkant van het Kasteel dateren uit de 18e eeuw. Ook werden er enkele ceders al geplant door graaf Aramon, Kasteeleigenaar van 1830 tot 1847.
Vanaf 1880 legt de landschapsarchitect Henri Duchêne de prins De Broglie twee projecten voor. Het eerste en minst ingrijpende behoudt de grote lijnen van de perceelverdeling: de nadruk ligt vooral op de toegangsweg tot het kasteel en de moestuin, die zijn locatie bijna midden in het park behoudt. De landschappelijke meerwaarde van dit project is hierdoor minder duidelijk. Om deze reden gaat de voorkeur van de prins dan ook waarschijnlijk uit naar het tweede project. De plannen transformeren de locatie grondig, met de schepping van een uitgestrekt park, opgezet als een landschapstuin, ook wel Engelse tuinen genoemd. De werkzaamheden duren voort van 1884 tot en met 1888 en kosten circa 560.000 gouden franc, in valuta van die tijd gerekend.
Om het park te kunnen aanleggen koopt Henri-Amédée de Broglie alle gebouwen in de ruimte voor het Kasteel en laat deze afbreken. Vervolgens financiert hij de bouw van een nieuw dorp aan de oevers van de Loire. Het ontwerp van de huidige kerk en pastorie stamt uit dezelfde tijd en maakte deel uit van de plannen van de architect Paul-Ernest Sanson. Ook het kerkhof werd verhuisd.
Een heel systeem van kronkelige paden biedt de mogelijkheid om een doorlopende wandeling te maken met vele uitzichtpunten. De zogenaamde “ceintuurlaan” loopt helemaal rond het park en laat perfect de omvang ervan zien. Op deze laan komen secundaire paden uit, in een weldoordacht spel van raaklijnen, ellipsen en bogen, om de wandeling uit te breiden of naar specifieke plekken te leiden. Het geheel vormt acht perspectieven, waarvan er vijf samenkomen bij de ingang van het Kasteel. In de winter zorgen de vaste plantensoorten ervoor dat deze lijnen en de contouren van het struikgewas zichtbaar blijven. De diverse planten zijn met zorg uitgekozen om een harmonieus kleurenspel te creëren, dat bijzonder tot zijn recht komt in de herfst. Het donkergroen van de ceders rond het Kasteel creëert een prachtig contrast met de witte natuursteen.
De bijzonderste boomsoorten zijn zo geplant dat ze de ruimte krijgen. Bovendien maakt de compositie van Duchêne weldoordacht gebruik van de voordelen van het terrein. Door handig gebruik te maken van de perspectiefmogelijkheden nam hij de Loire en de uitgestrekte landbouwgronden en bossen van het landgoed van de de Broglie op in zijn compositie.