De modelboerderij
De voorwaarden voor nut en overeenkomst die door de agronomen in de meeste modelboerderijen worden opgelegd, worden ook toegepast in de samenstelling van de modelboerderij van Chaumont. Bovendien is agronomisch succes een uitstekend politiek propagandamiddel en een middel om een goede verstandhouding op te bouwen met de hele bevolking (de kasteelheer deelt advies en bonussen uit en richt stichtingen op: plattelandsscholen, armenhuizen en stelt zelfs zijn kasteel open).
De gebouwen moeten talrijk en ruim zijn, een juiste verhouding tot hun bestemming hebben (onderkomens voor de herders, de wagenmenners, schuur voor landbouwmaterieel, ezelfokkerij, huis voor de baas van het hoenderhof, garage voor de automobielen, elektriciteitsfabriek, varkenskot ...), elk in de windrichting die overeenkomt met zijn doel, om te voldoen aan de eisen van het leven van de mensen en de behoeften van de dieren. Ze moeten ook zo gelegen zijn dat het bewaren van een willekeurige oogst wordt bevorderd, en van elkaar gescheiden zijn om brandverspreiding te beperken.
De bouw van de gebouwen rond een binnenplaats wordt aangestuurd door de behoefte aan doeltreffend en ononderbroken toezicht. Het belangrijkste element in Chaumont is het huis van de baas van het hoenderhof, een teken van autoriteit voor de vrouw. Het lijkt vanzelfsprekend dat meerdere binnenplaatsen het toezicht houden onmogelijk of in elk geval moeilijk maken.
Ondanks dat de werkzaamheden tien jaar doorgaan, worden sommige gebouwen nooit gebouwd, zoals het huis van de rentmeester waarvoor het project in februari 1911 wordt verworpen, of het huis voor de wachter van de boerderij. Na de bouw van de belangrijkste gebouwen wordt vanaf april 1913 begonnen aan de algemene riolering die rond de boerderij loopt, de hekken aan de grote ingang, de schamppalen en de buitenverlichting. In november 1913 is de boerderij geheel in gebruik.
Vanaf 1905 worden de werkzaamheden vertraagd door de Crosnier-krach (directeur van de Say-raffinaderij) maar ook door de veelvuldige afwezigheid van de prins De Broglie. Na de onteigening van het landgoed van Chaumont die tegen haar koninklijke hoogheid de prinses van Orléans en Bourbon wordt aangespannen in 1938, wordt de boerderij eigendom van de weldadigheidsafdeling van de gemeente Blois. Deze verkoopt hem door aan de ondernemingsraad van de RATP, om er een vakantiecentrum van te maken. Het interieur van alle gebouwen wordt volledig verminkt. Alleen de buitenkant blijft behouden. Sinds februari 2007 is de administratie van het landgoed in de boerderij gevestigd en worden vele tentoonstellingen van moderne kunst in de gebouwen gehouden.